Jongeren gokken steeds meer online en docenten maken zich zorgen
De leefwereld van jongeren is de afgelopen jaren complexer en digitaler geworden dan ooit. Naast de uitdagingen rondom sociale media, prestatiedruk en online games, is er een nieuwe, vaak onzichtbare valkuil bijgekomen: online gokken. Waar voorheen een fysiek casino of een gokhal een duidelijke leeftijdsgrens had, is de drempel om online een gokje te wagen voor jongeren gevaarlijk laag geworden.
Recente cijfers van het Trimbos-instituut zijn verontrustend: één op de vijftien middelbare scholieren heeft in het afgelopen jaar online gegokt, ondanks dat dit voor minderjarigen strikt verboden is. Als docent sta je op de eerste rij om gedragsveranderingen bij leerlingen waar te nemen. Daarom is het essentieel om bewust te zijn van deze trend, de risico’s te begrijpen en te weten hoe je kunt handelen.
De verleiding van de digitale gokwereld
De aantrekkingskracht van online gokken op jongeren is makkelijk te verklaren. Het sluit naadloos aan bij hun digitale belevingswereld. Het ziet eruit als een game, het is altijd beschikbaar op hun smartphone en het wordt soms gepromoot door influencers en streamers die zij volgen.
Hoewel legale gokbedrijven verplicht zijn tot strenge leeftijdscontroles, vinden minderjarigen vaak manieren om deze te omzeilen, bijvoorbeeld door het account van een ouder of een meerderjarige vriend te gebruiken.
De digitale wereld is complex en kent vele gezichten. Terwijl de Nederlandse overheid een gereguleerde markt heeft opgezet met een verplicht zelfuitsluitingsregister (Cruks), is er ook een groot internationaal aanbod.
Volwassen spelers zoeken soms bewust naar alternatieven en gebruiken informatieve blogs zoals onlinegokkenzondercruks.net om de verschillen tussen gereguleerde en ongereguleerde platforms te begrijpen. Voor jongeren vervaagt deze grens volledig; zij komen via omwegen vaak op sites terecht die geen strenge leeftijdscontroles uitvoeren, wat de risico's aanzienlijk vergroot.
De cijfers liegen er niet om
De data uit de ScholierenMonitor 2023 van het Trimbos-instituut schetst een zorgwekkend beeld. Het zijn met name jongens die de stap naar online gokken zetten: ruim één op de tien jongens op de middelbare school heeft in het laatste jaar online gegokt, tegenover ongeveer één op de vijftig meisjes. Ze zetten hun geld voornamelijk in op sportweddenschappen.
Deze trend beperkt zich niet tot minderjarigen. Sinds de legalisering van de online markt in 2021 is er een duidelijke toename in het aantal jongvolwassenen (18-24 jaar) dat hulp zoekt voor een gokverslaving. Experts wijzen erop dat de hersenen van jongeren nog volop in ontwikkeling zijn, met name het controlesysteem dat verantwoordelijk is voor impulsbeheersing. Dit maakt hen extra kwetsbaar voor de snelle beloningen en de spanning van het gokken.
Signalen herkennen in de klas en daarbuiten
Als docent of mentor heb je een unieke positie om subtiele gedragsveranderingen op te merken die kunnen wijzen op problemen. Het is belangrijk om alert te zijn op een combinatie van signalen.
Verandering in gedrag
: Is een leerling plotseling snel geïrriteerd, onrustig, of juist opvallend teruggetrokken en somber? Liegt de leerling vaker of worden beloftes niet nagekomen?
Sociale isolatie
: Zondert de leerling zich af van zijn of haar vriendengroep? Worden sociale activiteiten of sporttrainingen steeds vaker overgeslagen?
Financiële problemen
: Vraagt de leerling vaak om (kleine) geldbedragen te lenen van klasgenoten? Zijn er verhalen over het ‘verliezen’ van geld of spullen?
Verwaarlozing van schoolwerk
: Dalen de schoolprestaties plotseling zonder duidelijke aanleiding? Heeft de leerling moeite met concentreren in de les of wordt huiswerk stelselmatig niet gemaakt?
Preventie en het gesprek aangaan
Signaleren is één, maar hoe maak je een gevoelig onderwerp als gokken bespreekbaar? Preventie en een open dialoog zijn hierin cruciaal.
1. Maak het onderdeel van de lesstof
Integreer voorlichting over online risico’s in mentoruren of vakken als maatschappijleer of economie. Bespreek de gevaren van online gokken op dezelfde manier als je praat over omgaan met sociale media of het voorkomen van schulden. Lokale initiatieven, zoals Stichting Knip die in de regio Emmen/Klazienaveen geldlessen geeft op scholen, bewijzen dat dit een effectieve aanpak is.
2. Voer het gesprek op de juiste manier
Mocht je je zorgen maken om een specifieke leerling, benader hem of haar dan niet beschuldigend, maar vanuit oprechte interesse en bezorgdheid. Experts van verslavingszorginstellingen adviseren om open vragen te stellen als: “Het valt me op dat je de laatste tijd wat stiller bent, is er iets waar je mee zit?” Een veroordelende houding leidt tot een defensieve reactie, terwijl een begripvolle benadering juist een opening kan bieden voor een eerlijk gesprek.
3. Weet waar je naar kunt doorverwijzen
Als docent ben je een belangrijke signaleerder, geen therapeut. Het is essentieel om te weten waar een leerling of bezorgde ouders terechtkunnen. Zorg dat je op de hoogte bent van de procedure binnen de school. De zorgcoördinator, vertrouwenspersoon of schoolmaatschappelijk werker zijn de aangewezen personen om het over te nemen. Landelijke instanties zoals het Loket Kansspel bieden bovendien anoniem en deskundig advies.
Online gokken is een onzichtbaar risico dat steeds meer zijn weg vindt naar de leefwereld van onze leerlingen. Door alert te zijn op de signalen, het onderwerp bespreekbaar te maken en een veilige, ondersteunende omgeving te bieden, kunnen we als onderwijsprofessionals een cruciale rol spelen in de preventie en het beschermen van de jeugd in een steeds complexere digitale wereld.
Dit is een #jufmilouad